-
1 rencontrer
rencontrer [rãkõtree]1 ontmoeten ⇒ tegenkomen, vinden♦voorbeelden:♦voorbeelden:→ esprit2 il se rencontre des gens qui … • er zijn mensen die …1. v1) ontmoeten, tegenkomen2. se rencontrerv -
2 collision
-
3 caramboler
caramboler [kaarãbollee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
4 entrer en collision avec
entrer en collision avecin botsing komen met, botsenDictionnaire français-néerlandais > entrer en collision avec
-
5 affronter
affronter [aafrõtee]1 trotseren ⇒ tarten, het hoofd bieden aan1 met elkaar in botsing komen ⇒ op elkaar stuiten, wedijveren♦voorbeelden:1. v1) trotseren, het hoofd bieden (aan)3) samenbrengen2. s'affrontervslaags raken, tegen elkaar uitkomen -
6 *heurter
*heurter ['urtee]1 stoten (tegen) ⇒ aanvaren, aanrijden
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский